In een eerder artikel op deze website heeft u kunnen lezen hoelang het duurde voordat er in Ommoord een behoorlijk openbaar vervoer was, in die tijd goede verbindingen per bus. Maar nog voor de eerste bus naar de nieuwe wijk Ommoord zou gaan rijden, waren er al plannen voor een beter en vooral sneller openbaar vervoer. Toen op 9 februari 1968 de eerste Rotterdamse metro van het Centraal Station naar het Zuidplein reed, lagen er al lang plannen op de tekentafel voor een metrolijn naar de nieuwe wijken ten oosten van Rotterdam. Dit kreeg al gestalte bij de ontwikkeling van Het Lage Land, de eerste nieuwbouwwijk in de Prins Alexanderpolder, waar op 24 november 1961 de eerste paal werd geslagen. Met de aanleg van brede groenstroken werd vooruitgelopen op een eventueel tracé van een metrolijn.
Stamlijn of ringlijn
Het oorspronkelijke plan omvatte een stamlijn en een ringlijn. De stamlijn zou van station Capelsebrug in een grotendeels rechte lijn over de Koningslaan in Het Lage Land naar de Binnenhof in Ommoord rijden. De ringlijn vanaf Capelsebrug dwars door Het Lage Land over de Hoofdweg door Oosterflank terug naar Capelsebrug. Geen van beide plannen werd uitgevoerd; wel rijdt een metro nu via Capelsebrug naar onder andere de Binnenhof, maar dan parallel aan de Prins Alexanderlaan.
Geen metro maar een sneltram
Mede als gevolg van de oliecrisis in 1974 bleek dat een ondergrondse metro richting oostelijk Rotterdam financieel en politiek niet haalbaar was. Tijdens een raadsvergadering op 29 april 1976 werd besloten de lijn van station Eendrachtsplein naar Kralingse Zoom uit te breiden richting Ommoord-West oftewel de Binnenhof. Hierbij werd wel bepaald dat vanaf station Capelsebrug de lijn zou worden voortgezet als sneltram, inclusief bovenleiding en gelijkvloerse kruisingen. Dit leverde een kostenbesparing op die het mogelijk maakte de lijn vanaf het Eendrachtsplein te verlengen tot aan de Coolhaven.
Drie jaar later werd in het gebied van de Prins Alexanderpolder begonnen met de voorbereidingen voor de bouw van een sneltramtracé. Op bovenstaande foto is dit duidelijk te zien. Het lichtgekleurde gedeelte, het zandlichaam, bevindt zich tussen de huidige stations Capelsebrug en Schenkel en loopt voor een deel parallel aan de Abram van Rijckevorselweg.
De keuze voor een sneltram betekende niet dat de aanleg van het nieuwe traject er eenvoudiger op werd. Door de slappe veenbodem ging aan de aanleg een uitgebreid programma van inklinking en grondverbetering vooraf. In Ommoord moest de baan zelfs worden onderheid, met uitzondering van het stuk tussen Romeynshof en Binnenhof. Hier lag voorheen de busbaan en door het busverkeer was dat deel in de loop der jaren voldoende gezet.
In juli 1980 werd dan nog het besluit genomen de sneltram uit te breiden richting de in aanleg zijnde wijk Zevenkamp. Hiervoor werd ter hoogte van de President Rooseveltweg in Ommoord een splitsing opgenomen (zie foto).
Geen gedonder, de metro eronder
Daar waar de metro als sneltram zou komen, raakten bewoners emotioneel betrokken bij de aanleg. De keuze voor een sneltram betekende een grotere onveiligheid en een grotere kans op storingen. Dat gegeven werd door de politiek echter voor lief genomen. Dat gold echter niet voor de bewoners van Ommoord die een actiegroep oprichtten met de veelzeggende naam ‘Geen gedonder, de metro eronder’. Ondanks massale aanwezigheid bij vergaderingen over dit heikele onderwerp was de actiegroep niet in staat de besluitvorming te veranderen. De metro bleef bovengronds met maar liefst twintig verkeerskruisingen. Op 28 mei 1983 werd het traject naar station Binnenhof in gebruik genomen, op 19 april 1984 gevolgd door het traject tussen station Graskruid en de Tochten in Zevenkamp. Voor ongeveer een vijfde van de kosten van een ‘echte’ metro kan men nu in ongeveer twintig minuten vanaf de Binnenhof naar het centrum van Rotterdam reizen.
Veel ongelukken
Op de langere termijn kreeg de Ommoordse actiegroep helaas het gelijk aan haar zijde. Hoewel de gelijkvloerse kruisingen werden uitgerust met diverse waarschuwingssignalen en de RET met verschillende campagnes wees op het gevaar van de sneltram (‘een gewaarschuwd mens telt tot twee’ of ‘één onbewaakt ogenblik’) bleven ongelukken, waarvan meerdere met dodelijke afloop, niet uit. Vanwege deze aanhoudende ongelukken werd in 1999 besloten tot het plaatsen van AHOBs (Automatische Halve Overweg Bomen) langs het gehele sneltramtraject.
De keuze voor een goedkoper sneltramtracé bleek, in ieder geval uit het oogpunt van verkeersveiligheid, niet de meest gelukkige. Latere uitbreidingen, zoals de in 2005 gerealiseerde verlenging vanuit Zevenkamp naar Nesselande, werden dan ook volledig uitgevoerd met een viaducttracé zonder gelijkvloerse kruisingen.
Station Binnenhof
De oplettende lezer van de artikelen over de geschiedenis van Ommoord zal hebben gezien dat de plaats waar station Binnenhof zich bevindt nogal eens van aanzicht is veranderd. Eerst was op die plaats een vijver met een terras aan het water van de voorloper van het huidige café Otto Hahn, daarna werd het het eindpunt van de busbaan. Nu station Binnenhof met aan de ingang een grote M van metro, terwijl we hierboven benadrukten dat het deel tot station Capelsebrug een sneltram is.
Bewoners van het eerste uur van de Binnenhoftoren zullen zich vast nog herinneren dat de rails doorliepen tussen beide delen van het winkelcentrum door, zo ongeveer tot de Arrheniustoren vlak bij de John Mottweg. Het laatste deel betrof twee uitloopsporen, bestemd voor het van rijrichting veranderen van de metro. Er was een plateau voor het overstappen van het metropersoneel. In de praktijk bleek dat er nauwelijks gebruik van werd gemaakt. In 2010, het jaar van ingebruikname van de Binnenhoftoren, werd het uitloopspoor weggehaald.
Onderstaande, helaas wat onduidelijke, foto toont de toenmalige situatie tussen beide delen van het winkelcentrum, beveiligd met knipperlichten en paaltjes bekend als Amsterdammertjes. De foto daaronder toont de aanleg waarbij duidelijk te zien is hoe ver het spoor doorliep. Op het parkeerterrein in het midden van de foto staat nu onze Binnenhoftoren. De laatste foto laat de situatie zien toen alles gereed was. (De laatste twee foto’s komen uit de collectie van de Historische Commissie De Ommoordse Polder.)