De voedseldroppings in 1945, ook hier vlakbij

(door Wim Heistek)

Hoeveel bewoners van de Binnenhoftoren hebben de voedseldroppings, die plaatsvonden tussen 29 april en 8 mei 1945, zelf nog meegemaakt? Toevallig sprak ik er één, hij zei me: “Ik was een jaar of zestien, woonde op Zuid en ging met mijn vader mee naar Terbregge om te kijken of we daar konden helpen.” Vast en zeker zijn er meer bewoners met soortgelijke herinneringen. Ook zullen er bewoners zijn die te jong zijn om het zelf meegemaakt te hebben, maar die zullen over dit stuk geschiedenis toch wel gelezen hebben, dan wel het van “van horen zeggen” hebben.

Veel, heel veel is er al gepubliceerd over een van de donkerste periodes in onze geschiedenis, de oorlog van 1940-1945, en veel zal hierover nog geschreven worden. Hoewel inmiddels 76 jaar geleden, hier toch het verhaal van de voedseldroppings, ook omdat een groot deel zich afspeelde in de zeer naaste omgeving van Ommoord.

De hongerwinter
De periode tussen oktober 1944 en april 1945 werd alom bekend als de hongerwinter. Vooral in het westen van Nederland was nauwelijks nog voedsel voorhanden, de bevolking moest zich behelpen met noodrantsoenen, in die tijd ook wel hongerrantsoenen genoemd. Of u deze periode wel of niet bewust heeft meegemaakt, de verhalen van bijvoorbeeld het eten van bloembollen en suikerbieten zullen u toch wel bekend zijn? Ook de vaak aangrijpende verhalen van mensen die tochten vol ontbering maakten om elders in Nederland voedsel te bemachtigen, worden tot op de dag van vandaag gepubliceerd, onder andere de laatste maanden in de veelgelezen Oud-Rotterdammer.

Tot overmaat van ramp was de winter van 1944-1945 ook nog eens uitzonderlijk streng, met als gevolg dat meer dan 20.000 mensen omkwamen door ondervoeding en kou, terwijl honderdduizenden honger leden. Deze vreselijke situatie zou duren tot eind april 1945 toen er, na maanden van onderhandelen, toch nog een akkoord tot stand kwam tussen de Duitse bezetter en de geallieerden. Het resultaat was dat voedsel via de lucht kon worden aangevoerd en afgeworpen op daarvoor aangewezen plaatsen. Deze operatie is de geschiedenis ingegaan als Operatie Manna.

Terbregge als afwerpgebied
Tien gebieden werden in Nederland aangewezen als afwerpgebied, waarvan dat bij Terbregge voor Rotterdam en omstreken belangrijk was. Het gebied werd begrensd door de Rotte, de Terbregseweg en de spoorlijn langs de Stoopweg, toen nog de Ceintuurbaan, nu de lijn van Rotterdam C.S. richting Gouda/Utrecht, zo ongeveer het gebied waar nu de woonwijk Nieuw-Terbregge ligt.

Op de eerste dag, 29 april, werden de pakketten nog per abuis gedropt boven het vroegere vliegveld Waalhaven. Op de tweede dag meldden zich in alle vroegte boven Terbregge vliegtuigen die gekleurde lichtfakkels afwierpen om het aangewezen afwerpgebied te markeren. Soms kwamen er fakkels buiten het gebied terecht, bijvoorbeeld op een stuk land waar later de President Rooseveltweg zou worden aangelegd en waar bovenstaande foto werd gemaakt. Een aantal fakkels kwam in het water terecht. Deze konden eruit worden gevist, gedroogd en bij de bevrijdingsfeesten worden gebruikt als vreugdevuur. Ernstiger was dat ook fakkels op daken van huizen terechtkwamen, waardoor vijf huizen in vlammen opgingen. Ook enkele loodsen ondergingen eenzelfde lot en brandden volledig uit.

Op het moment dat de vliegtuigen met hun kostbare lading in het zicht kwamen ontstond een ware euforie bij de bevolking, overal zwaaiden mensen naar de op ongeveer honderd meter hoogte overvliegende vliegtuigen. (zie foto boven het artikel)

Het afwerpterrein was door de overvloedige regenval van de laatste weken zeer drassig, waarbij ook nog eens om de veertig meter sloten het terrein doorsneden. Omdat alle stroomvoorzieningen waren uitgevallen, was het niet mogelijk het terrein droog te malen.

Van alle kanten hulp
Het grootste deel van het werk moest worden verricht door vrijwilligers. Die kwamen in groten getale van heinde en verre. Natuurlijk hoopten ze iets eetbaars in de wacht te kunnen slepen, maar bovenal kwamen ze om te helpen.

De pakketten met voedsel kwamen verspreid over het land terecht, maar de drassige bodem maakte het verzamelen moeilijk. In het begin konden kleine wagens met een paard ervoor het terrein nog op, maar hoe meer men reed hoe moeilijker het werd. Diepe sporen werden in de drassige bodem getrokken, keer op keer bleven de wagens steken. Er was geen andere mogelijkheid dan meer vrijwilligers toe te laten die met vele honderden een menselijke ketting vormden en de pakketten van hand tot hand overdroegen. Geen geringe opgave: de pakketten waren best zwaar, veel van de mensen waren ondervoed, konden daardoor weinig presteren en stonden ook nog eens de hele dag met meestal slecht schoeisel in de modder. Af en toe kregen de vrijwilligers iets toegestopt, maar meestal niet meer dan een reep chocolade. Dat het helpen met inzamelen niet zonder risico was, bleek toen een van de helpers werd getroffen door een voedselpakket en op slag dood was.

Aan de Rottekade, Stoopweg en Terbregseweg stonden allerlei voertuigen, groot en klein, om de goederen af te leveren bij schepen die in de Rotte klaarlagen om op hun beurt de lading te vervoeren naar diverse sorteercentra in Rotterdam. Mede door de tamelijk omslachtige transportweg zou het nog even duren voor de hongerende bevolking de beschikking kreeg over de zo noodzakelijke levensmiddelen. Met speciale bonnen kon men op diverse verdeelpunten een pakket met voedsel ophalen.

Ook schade door het afwerpen
Regelmatig kwam het voor dat goederen buiten het afwerpgebied terechtkwamen, waardoor op sommige plaatsen aanzienlijke schade ontstond als bijvoorbeeld een pakket dwars door het dak van een huis of schuur ging. Ik sprak een inmiddels 96-jarige bewoner van de Ommoordseweg die zich herinnerde dat een baal met bloem dwars door het raam van zijn moeders woonkamer naar binnen vloog, waardoor binnen de kortste keren de meubels bedekt waren met een witte laag. Naast de school op de hoek van Terbregseweg en Ommoordseweg (het gebouw dat er nog steeds staat, maar niet meer als school) kwam een pakket ‘ham and eggs’ uit de lucht vallen, waardoor de smurrie tot aan de dakgoot zat en bij de buren kwamen een zak chocolade en een pak sigaretten in het kippenhok terecht. Toen vliegtuigen hun lading eens per abuis boven het Kralingse Bos dropten, raakte een aantal mensen ernstig gewond.

Niets mocht worden meegenomen. Bij de eerdergenoemde school stond een soort van schandpaal voor hen die iets trachtten te ontvreemden, deze werd slechts één keer gebruikt.

Bijzondere prestatie
In acht dagen tijd werd boven bezet Nederlands gebied ongeveer 11.000 ton aan goederen afgeworpen, daarvan in Terbregge zo’n 3.600 ton, dus een derde van de totaal in Nederland gedropte hoeveelheid. Hiervoor waren 1.500 vluchten nodig.

De aanblik van deze geweldige luchtoperatie gaf de Nederlanders veel hoop en staat bij velen nog in de herinnering gegrift als een moment dat een zichtbaar einde zich aandiende aan een van de donkerste periodes uit onze geschiedenis. Ook de piloten die aan de operatie meewerkten beschouwden het als een van de mooiste periodes uit hun leven.

Een blijvende herinnering
Het idee voor een blijvend monument ter herinnering aan Operatie Manna ontstond midden jaren negentig. Henk Dijkxhoorn, bestuurder van Terbregge’s Belang, was in contact gekomen met aan de operatie deelnemende piloten. Hij kreeg een comité van aanbeveling bij elkaar, waaronder Prins Bernhard, de ambassadeurs van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië en meerdere Nederlandse politici. Rotterdam was aanvankelijk terughoudend maar dankzij onder meer een aantal subsidies kon op 28 april 2006 een monument worden onthuld. Dit gebeurde niet alleen in bijzijn van vele hoogwaardigheidsbekleders, maar ook van bemanningen van de vliegtuigen die aan de droppings hadden deelgenomen. Het monument verbeeldt een stalen sculptuur van een aantal voedselpakketten in de buik van een vliegtuig. Bij de sculptuur een plaquette met de veelzeggende tekst van een deelnemende piloot: “Het was meer dan voedsel, vijf jaar lang hebben we dood en verderf gezaaid en in de laatste week duizenden mensen van de dood gered.”

Het monument staat op de geluidswal tussen Rijksweg A20 en de wijk Nieuw Terbregge. Het is niet zomaar een geluidswal, maar een parkachtig geheel met wandelpaden, dus van harte aanbevolen voor een wandeling.

Onderstaande foto’s zijn genomen bij het tienjarig bestaan van het monument, waarbij wederom geallieerde veteranen aanwezig waren die hadden deelgenomen aan Operatie Manna.

(Noot van de auteur: niet alle foto’s zijn even duidelijk; in de meeste gevallen betreft het scans van 75 jaar oude foto’s.)

26.04.2021

2 gedachten aan “De voedseldroppings in 1945, ook hier vlakbij”

  1. Een heel mooi en uitgebreid artikel over de hongerwinter en voedseldroppings,
    welke periode ik ook heb meegemaakt. Het eten van bloembollen en suikerbieten is mij bekend. Ook de gaarkeuken bij ons op de Gordelweg staat nog altijd in mijn herinnering. Die vieze bietensoep zal ik nooit vergeten.
    Het monument ken ik niet, maar ga het zeker een keer zien.

  2. Zelf heb ik deze periode niet meegemaakt. Wel heel veel over gehoord via mijn ouders en grootouders.
    Veel dank voor dit mooie en leesbare artikel. Ga ik meteen ook doorgeven aan mijn kleinkinderen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.