Medebewoner Lex Drieduite bezit een aantal fraai gebonden boekwerken met daarin uitgaven van het Nederlandse tijdschrift De Jazzwereld. Dit tijdschrift was wereldwijd een van de eerste periodieken over jazz. Het bestond van 1931 tot 1940 en de artikelen in deze bladen geven een goed beeld van de ontwikkelingen op het gebied van jazzmuziek in die tijd.
Lex zal tot het eind van dit jaar elke maand aandacht besteden aan een artikel of onderwerp uit een van de uitgaven van De Jazzwereld. Speciaal voor alle jazzliefhebbers!
november 2023 – DEEL 10/SLOT – HARRY JAMES, EEN ONTDEKKING VAN BENNY GOODMAN
(uit het blad De Jazzwereld van juni 1938)
HARRY JAMES, EEN ONTDEKKING VAN BENNY GOODMAN
Bij het laatste referendum van “Down Beat”, het bekende Amerikaansche muziektijdschrift, werd Harry James van Bennie Goodman’s band gekozen tot beste swingtrompettist van de U.S.A., boven sterren als Armstrong en Berigan. Nu zal James, die bij het referendum van het vorige jaar geen enkele stem kreeg, zelfs vele lezers van “De Jazzwereld” nog onbekend zijn en het leek me daarom gerechtvaardigd iets van hem te vertellen.
Harry James is thans 22 jaar oud; zijn vader was leider van een circus orkest en gaf zijn zoon al vroeg een muzikale opleiding. Harry speelde eerst drums, later trompet. Na zijn “ontdekking” door Goodman kreeg hij pas de bekendheid die hem toekwam en het feit dat hij in de plaat “Sing, Sing, Sing” (volgens hetzelfde referendum het beste arrangement van 1937) de trompetsolo speelt, zal daar niet weinig toe hebben bijgedragen.
Eén van de eigen composities van James was “Life goes to a party”, dat juist uitgekomen is van de Goodmanband op H.M.V. en als u niet tegen een flink geluidsvolume opziet, raad ik U aan deze plaat onmiddellijk aan te schaffen.
Op Spotify staat een zeer uitgebreide beschrijving van de activiteiten van Harry James (1916 – 1983), maar ook veel opnames van zijn muziek. Bijzonder vind ik de combinatie Harry James en Frank Sinatra, maar ook de radio-opnames. Sing, Sing, Sing is zeer bekend geworden door de versie van het orkest van Benny Goodman. Op You Tube veel live optredens en een aardige is het nummer Trumpet Blues uit 1944.
Het laatste nummer van het blad De Jazzwereld verscheen in november/december 1940, 12 bladzijden terugblikken en geen advertenties.
Dit was de afronding van mijn 10delige serie “Oude jazz uit de oude doos”, op naar de toekomst! North Sea Jazz 2024 op 12, 13 en 14 juli in Ahoy. Driedaagse tickets vanaf 24 november te koop, dagtickets vanaf 1 februari 2024.
Vandaar mijn eigen toekomstplaatje…..
Lex Drieduite
oktober 2023 – DEEL 9 – ELMER SCHOEBEL IN NEW YORK
(uit het blad De Jazzwereld van september 1936)
A.D.H. schreef: Het was een ware verrassing, boys and girls, die eerste ontmoeting met Elmer Schoebel, voorheen leider van Friar’s Inn Society Orchestra en componist van Farewell Blues, Nobody’s Sweetheart, Bugle Call Rag en andere classics.
De onverwachte ontmoeting had plaats in de vertrekken van Mills Artists. Deze keer was het niet Wolfie, maar de aardige jonge dame, die het switchboard van de firma bedient, die mij op mijn vraag, wie daar piano speelde, antwoordde dat het Elmer Schoebel was. De naam was voldoende en een minuut later was ik in gesprek met Schoebel.
Schoebel, die de laatste jaren niet meer actief in de muziekwereld was, kwam eenige weken geleden naar New-York en heeft nu een contract met Mills voor arrangeeren en componeerren van nieuw materiaal. Zijn eerste zong voor Mills, die Schoebel mij even voorspeelde, is getiteld “My Newest Excitement” en zal binnenkort uitkomen. Plenty swingy and full of excitement.
Op Spotify is betrekkelijk weinig materiaal van Elmer Schoebel (1896 – 1970) terug te vinden, op YouTube ietsje meer. Bij hem lag de nadruk op het schrijven van muziek kennelijk en minder op het (mee)spelen.
Een aardig live fragment op YouTube is een filmpje uit 1929 met Farewell Blues als muziek. Voor de wat oudere lezers van de artikelen op de website van de Binnenhoftoren: de optredens van de Ramblers werden afgerond door Theo Uden Masman met op de achtergrond Farewell Blues met de woorden: “dit was het voor vandaag, maar…… wij komen terug!” Overigens spelen de (nieuwe) Ramblers nog steeds jazzy-achtige nummers in theaters en schouwburgen. Maar ook in het Concertgebouw in Amsterdam op 24 januari a.s.
In november rond ik de serie af met wat ik heb gevonden in mijn geboortemaand juni 1938. De tiende aflevering, dus een mooi slot!
Hieronder twee advertenties van ’toen’:
september 2023 – DEEL 8 – DE MILLS BROTHERS / JOSEF SCHMIDT
(uit het blad De Jazzwereld van september 1936)
De Mills Brothers in Amsterdam, Scheveningen en Laren
Hoe verkeerd is het van sommige “outsiders” om het gebruik van een microfoon als minderwaardig te beschouwen, daar het soms een gemakkelijk hulpmiddel is om een stem gunstiger te laten uitkomen dan ze in werkelijkheid is, werd wederom bewezen door de Mills Brothers en Josef Schmidt, die enkele dagen na elkaar in Scheveningen optraden. De laatste moest inderdaad nooit anders dan voor de film en de plaat zingen; Schmidt heeft absoluut een mechanisch hulpmiddel noodig, wil zijn stem die kwaliteit bezitten, waaraan hij zijn roem te danken heeft; en daar hij in de concertzaal het er zonder moet stellen, is het publiek ieder jaar opnieuw teleurgesteld.
Alleen in V.A.R.A.-kringen heeft hij nog veel succes, dat echter gevoed wordt uit een veelvuldig optreden voor de misleidende microfoon.
Na deze inleiding wil ik er met des te meer klem op wijzen, dat Boswell Sisters en Mills Brothers de microfoon absoluut niet als verfraaiingsmiddel voor hun stem gebruiken; voor hen is het een instrument, gelijk de Stradivarius voor ’n Hubermann.
De Mills Brothers, bekend door een zeer grote hoeveelheid opnamen, over een periode van een jaar of vijftig. Hun vader was kapper en oprichter van het kwartet. Een mooi overzicht op Spotify onder de titel This is the Mills Bothers, 50 nummers over de periode 1931 – 1968.
Joseph Schmidt werd geboren in 1904 in wat nu Oekraïne heet. Hij, van Joodse afkomst, vluchtte naar Zwitserland en overleed in 1942 in een interneringskamp door hartklachten. Ook van hem veel nummers op Spotify; in Nederland is hij bekend geworden door het door hem in het Nederlands gezongen lied “ik hou van Holland”, terug te vinden op You Tube.
Hieronder twee advertenties van ’toen’:
augustus 2023 – DEEL 7 – FATS WALLER
(uit het blad De Jazzwereld van mei 1936)
One more pint of gin and I’ll tell it all
Dat is wat Fats Waller ook de vorige week weer uitriep op het tooneel van Loew’s State Theater in New York. Bij zichzelf moet hij wel gedacht hebben, was het maar gin, want sedert eenige tijd is de dikkert op een dieet – van wijn – en dat is suikerwater voor hem.
Niettemin een goede show met een mooie Tea for Two, Fat’s beroemde recording interpretatie van I’m Gonna Sit Right Down and Write Myself a Letter, een antiek deuntje waarvan Fats in commercial style iets heel prettigs heeft gemaakt met behulp van Rudy Powell’s clarinet obligato.
Daarna een gezellig uurtje in Fats’ dressingroom waar de dikkert ons bezig hield met zijn nieuwste recordings, zijn eigen compositie Sugar Rose (een welbekende Waller riff als een song uitgewerkt, met woorden van zijn manager Phil Ponce), The Panic is On en zijn oudere Sweet Sue met een de fijnste piano choruses, die Fats ooit gedaan heeft. Fats daarna “sent himself” met Bennie Goodman’s recording van When Buddah Smiles, oh Boy.
Fats Waller, geboren in 1904, overleden in 1943 in een trein; oorzaken: te veel gedronken, te veel gegeten, te veel scheidingen en alimentatie, enzovoort….
Op Spotify terug te vinden op een LP Bluebird’s Best met de titel Fats Waller at the Piano.
Op You Tube veel fragmenten en wellicht het aardigst: Ain’t Misbehaving, gemaakt in 1943 met bekende collega’s waaronder Lena Horne.
Hieronder twee advertenties uit ‘die goeie ouwe tijd’.
juli 2023 – DEEL 6 – NAT GONELLA
(uit het blad De Jazzwereld van februari 1936)
Nat Gonella, op ’t oogenblik ongetwijfeld de Engelsche bandleider met de grootste aanhang onder jeugdig Nederland, heeft een paar weken in ons land vertoefd en men kan wel aannemen, dat én hijzelf én de directies voor wie hij gewerkt heeft, goede zaken gemaakt hebben. De Georgians omvatten slechts zes man, een bezetting dus, die een welkome “aanpassing” vormt in dezen tijd van “ordening en bezuiniging”.
De recensent schreef: Bijzonder trof mij bij het Haagsche Dierentuin-concert van Nat Gonella, dat de bij andere jazz-concerten vaste bezoekers, de veteranen, weggebleven waren. Een geheel nieuw publiek vulde de lang niet uitverkochte zaal voor een groot deel.
Nat Gonella speelde zijn geheele repertoire van populaire nummers. Zijn zang is lang niet kwaad. Maar zijn trompetspel! De gemiddelde Nederlandsche dans-trompettist zou zich voor zulke onbenullige en bijna altijd gelijkklinkende fraseeringen schamen. Zoo zou ik wel tien Nederlandsche trompettisten kunnen noemen, die heel wat meer muzikaliteit in hun notenmars hebben dan de heer Nat.
Iets verder in het februari-nummer van 1936 kraakt een Engelse criticus Gonella nog verder af: Gonella heeft bij het publiek weliswaar succes, maar heeft voor de waren muziek-liefhebber niets te betekenen.
Nat Gonella heeft zich van deze kritiek niets of erg veel aangetrokken, want hij bleef spelen in allerlei combinaties tot op hoge leeftijd. Een bonte verzameling platen is in Spotify af te spelen, waarbij ik een bijzondere combinatie vond van Gonella met Beryl Bryden met haar wasbord. Beryl heeft tussen 1970 en 1980 veel in Nederland opgetreden, o.a. op het North Sea Jazzfestival van 1979 in Den Haag.
Ook veel van Nat Gonella is terug te vinden op YouTube met een bijzonder optreden in de Pier Dixie Days in 1975 in een echte Streetparade op de boulevard van Scheveningen. Met de kwaliteit zat het kennelijk wel goed, want hij werd aangekondigd als de “King of Jazz”…..
De aankondiging voor de Nieuwjaarsviering van 1936. Het souper van fl. 6 zou volgens het CBS in 2022 €73,35 kosten, een stijging van 2593,9%!
juni 2023 – DEEL 5 – GRETA KELLER
(uit het blad De Jazzwereld van juni 1933)
De welbekende zangeres Greta Keller, Decca’s “Big Seller”, is een Weensche. Hoewel haar uitspraak van de Engelsche taal overigens vrijwel onberispelijk is, valt het soms toch wel op, dat zij een Duitsche l zegt. De wereldberoemde, begaafde filmactrice Marlene Dietrich gaf haar les in voordracht, zang en muziek.
Op het oogenblik bevindt Greta Keller zich in Amerika en doet daar uitsluitend radio-werk, waarvoor zij enorme gages ontvangt. In Engeland zong zij eenige keeren bij de Roy Fox’ band, en ook bij Ambrose. Greta Keller wordt wel eens “de Engelsche Lucienne Boyer” genoemd, daar velen in de meening verkeeren dat zij een Engelsche is.
Haar genre is het slow-melody-genre: songs als Say it Isn’t so, Wherever you are e.d. Kortom het weemoedig-sentimenteele song-genre ligt haar het best.
Wie op You Tube zoekt naar Greta Keller vindt de nodige opnamen, waaronder enkele van life-optredens, onder andere in 1932. Verder treft u hieronder de agenda aan voor jazz-optredens in enkele steden in 1933.
In mijn volgende bijdrage start ik in 1936, het jaar waarin mijn ouders trouwden….
mei 2023 – DEEL 4 – EEN INGEZONDEN BRIEF
(uit het blad De Jazzwereld van mei 1933)
In de dertiger jaren was het na het verwerken van de gevolgen van de crisis geen vetpot voor de vele beroepsmusici, mede door het optreden van amateurbands.
In Jazzwereld een ingezonden brief van de Nationale Unie van Nederlandsche Jazz-Musici:
AMATEURS IN EEN OPENBARE DANCING
In het belang van de amateurs lijkt het ons noodig melding te maken van het feit, dat een bekende amateur-band zich ertoe leent, op Zondagen in de eerste zes weken van het seizoen te Scheveningen in een openbare dancing te spelen.
De handelwijze van deze directie zal niet in ons blad gehekeld worden, daarvoor staan onze kolommen niet open, maar……. We moeten den heeren amateurmusici toch op het hart drukken, dat hun handelwijze in strijd is met de allereerste beginselen van het …… amateurisme. We hopen dat deze heeren zullen inzien, dat een openbare dancing, waar geld verdiend wordt, geen plaats is voor amateurs; daar hooren beroepsmusici, die het hard noodig hebben in dezen tijd van buitenlandersinvasie.
Dit is directe benadeeling van de Nederlandsche musici, en dit feit, mocht het navolging vinden, is erger dan de ergste buitenlandersconcurrentie.
Een advertentie over nieuwe 78-toeren grammofoonplaten mag niet ontbreken; plus een foto van 1 van de 9 albums van Victor Ambrose, die op Spotify zijn te vinden en dus zijn af te spelen.
april 2023 – DEEL 3 – JUAN LLOSSAS’ BAND
(uit het blad De Jazzwereld van maart 1933)
Onder de titel “Nederlandse Saxophonisten in het Buitenland” stuurde Juan Llossas, leider van een naar hem genoemde band, van tijd tot tijd een brief naar de redactie van De Jazzwereld over de ervaringen in het buitenland. Na Bremen (zie foto) speelde men twee maanden in Wenen. Juan schreef:
In Wenen is het een aardige dienst en we kunnen hier een behoorlijk hot spelen. Onlangs hebben we een radio-uitzending gehad en het is heel goed geweest. We hopen dat de lezers van De Jazzwereld ook eens op ons inschakelen.
De stad Wien is zeer oud; genoeg bezienswaardigheden, maar de ellende en algemeene armoede zijn enorm; men kan hier gerust met zijn portemonnaie in de handen blijven loopen het geld uitdeelen. Zoo erg hebben wij het nog niet gezien.
Wij hopen dat U ons eens gauw terugschrijft hoe het op ’t oogenblik in Holland is voor de musici; in Duitschland wordt het raar nu! Maar we zullen het beste hopen.
Op Spotify kan men opnamen van de Juan Llossas’ Band vinden, boeiend om dit 90 jaar later te horen.
Hieronder een advertentie uit hetzelfde nummer van De Jazzwereld:
maart 2023 – DEEL 2 – VAN RADIO NAAR RADIOGRAMOFOON
Deze keer een advertentie uit De Jazzwereld van maart 1933: hoe een radio om te bouwen tot radiogramofoon met H.M.V. toestel 116, iets unieks. Wie weet zijn er onder onze lezers nog mensen die de beschreven combinatie hebben meegemaakt. Ik zie wel eens iets langskomen op Facebook.
De N.V. Dutch Gramophone Company importeerde tot begin jaren ’60 o.a. grammofoonplaten, later onder de naam Negram. De Amsterdamsche Veerkade in Den Haag bestaat nog steeds en werd in 2005 uitgeroepen tot de vuilste straat van Nederland, qua luchtvervuiling.
In april gaan we weer over naar de muziek….
februari 2023 – DEEL 1 – SPIKE HUGHES AND HIS ORCHESTRA
De heer J.B. van Praag besprak in De Jazzwereld nieuw uitgekomen 78-toerenplaten en behandelde in de uitgave van februari 1933 Spike Hughes and His Orchestra, Decca-opname F 3311, met op de ene kant de Tiger Rag en op de andere kant Siesta.
Hij startte zijn recensie als volgt:
“Over Hughes’ ‘Tiger Rag’ zal ik maar zwijgen. Waarom deze eeuwige ‘Tiger Rag’ door alle bands wordt gespeeld is mij een raadsel. Er zijn heel wat andere ragtimes die een arrangement waard zijn. Het ragtime- en blues-repertoire, dat toch zoo uitgebreid is, en muzikaal zeker de moeite loont, wordt hardnekkig genegeerd. Dat intusschen deze ‘Tiger Rag’ niet geslaagd is, vindt zijn oorzaak in het te langzaam tempo, de poging om de traditioneele klarinet-obligaatpartij in de eerste deelen en het trio weg te laten en in de niet erg gelukkige solo-improvisaties van de gestopte trompet en tenorsaxofoon.” (bron: De Jazzwereld, februari 1933)
Deze plaat zal vermoedelijk weinig succes hebben gehad in de toenmalige Jazz Top 20, hoewel het andere nummer, een door Hughes geschreven nummer, wel positief werd beoordeeld.
Wie meer wil weten over Spike Hughes, de Engelse componist en jazzmusicus: Wikipedia staat tot uw dienst inclusief enkele bijzonder aardige video’s van Spike Hughes en zijn band.
Kleermaker C. van Hasselt adverteerde in het blad, was dus kennelijk een jazzliefhebber!