De Ommoordseweg, ooit de enige weg in Ommoord

(door Wim Heistek)

Op deze kaart uit de eerste helft van de 20e eeuw het nog landelijke Ommoord met daar dwars doorheen vanaf Terbregge naar Oud-Verlaat de Ommoordseweg met zijn vele bochten.

Vanaf 1872 werden ook in Ommoord, dan nog behorend tot Hillegersberg, stukken grond in de drooggevallen polder verhuurd. Onder de huurders bevonden zich ook mensen die terugkeerden naar de grond die zij voor de onteigening hadden moeten verlaten. Om het drooggelegde land bereikbaar te maken moest een weg worden aangelegd. Want: hoe beter bereikbaar het land, hoe meer kavels konden worden verpacht, hoe meer bewoners zich er konden vestigen en hoe meer geld er dus kon worden verdiend.

Van Terbregge naar Oud-Verlaat
In oktober 1873 werd het technisch ontwerp gemaakt voor een weg die dwars door Ommoord zou komen te liggen, te beginnen bij de Terbregseweg, en die zou overgaan in de Wollefoppenweg bij Oud-Verlaat. De weg zou 3.360 meter lang worden en na de aanbesteding binnen twintig weken klaar moeten zijn. Half december 1873 startte men met de werkzaamheden en eind april 1874 was het werk gereed. Bedenk hierbij wel dat een groot deel van de werkzaamheden plaatsvond in de winter en dat de winters toen meer vorstdagen hadden dan tegenwoordig. Verondersteld mag worden dat het woord vorstverlet in die tijd nog niet bestond.

Zwaar werk voor eenheidsprijzen
Al het werk was handwerk waarvoor een spa, een schop, een kruiwagen en bovenal veel mankracht nodig was. Men maakte lange werkdagen van tien of zelfs twaalf uur en dat gedurende zes dagen per week. Voor al deze werkzaamheden waren eenheidsprijzen vastgesteld: twaalf cent voor het graven en laden in de kruiwagen en vier cent voor het vervoer van een kubieke meter grond per kruiwagen. Deze prijs gold voor elke twintig meter afstand en dan te weten dat er ongeveer vijftien kruiwagens in één kubieke meter grond gaan. Voor arbeidsloon mocht zeventien cent per uur worden berekend.

Van weggetje tot weg
De nieuw aangelegde Ommoordseweg was in het begin niet veel meer dan een polderweggetje, heel gevoelig voor verzakkingen met kuilen en karrensporen. Toch ontwikkelde de enigszins geïsoleerd liggende weg zich door de jaren heen tot een weg met een eigen karakter. In de loop der tijd werd het wegdek beter geschikt gemaakt voor het toenemende en zwaardere verkeer, eerst met grind en steenslag, later met asfalt.

De Ommoordseweg in waarschijnlijk de jaren 30 van de vorige eeuw. Melkbussen staan gereed om te worden afgehaald door een vrachtauto van de melkfabriek.

Een aanzienlijk deel van de bewoners van de Ommoordseweg was landbouwer, tuinder of veehouder en voor hen was de verzwaring van de weg een uitkomst. Veel van hun producten werden vervoerd naar veiling, abattoir of rechtstreeks naar de afnemer en dat werd steeds meer gedaan per vrachtauto. Niet minder belangrijk was dat de firma Van Gog in 1923 startte met een busdienst van Rotterdam via Oud-Verlaat naar Zevenhuizen en dat deze de Ommoordseweg van begin tot eind volgde. De bewoners konden elke 2½ uur de bus nemen, naar Rotterdam of naar Zevenhuizen.

Opvallende hoogteverschillen
In feite was de Ommoordseweg een weg met een merkwaardig traject: maar liefst negen hoeken en bochten over een lengte van ruim twee kilometer. Daar waar nu de Doornenbuurt is, maakte de weg een haakse bocht om dan over de volgende 350 meter zo’n anderhalve meter te stijgen. Dat was nodig om op het peil van Hoog Ommoord te komen. Ook nu de weg hier niet meer bestaat, zijn deze hoogteverschillen nog steeds waarneembaar door middel van trapjes en hellingen. De flats ten zuiden van de oorspronkelijke weg liggen op de bodem van de drooggevallen plassen, ongeveer anderhalve meter lager dan de flats ten noorden hiervan. Op een aantal plaatsen in de omgeving van de Binnenhoftoren is dit duidelijk te zien, bijvoorbeeld bij de Zernikeplaats vlak bij de rotonde op de President Rooseveltweg (foto links), het fiets- en wandelpad van de Robert Kochplaats tot het korfbalveld van WION en bij de flats aan de Einsteinplaats, schuin tegenover de PLUS-supermarkt (foto rechts).

Oud en nieuw kwamen samen
Toen stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese het ontwerp maakte voor de nieuwbouwwijk Ommoord hield zij weinig rekening met de oorspronkelijke geologische en landschappelijke kenmerken van het gebied. Het oorspronkelijke tracé van de weg werd in de nieuwe wijk dan ook grotendeels van de kaart geveegd. De oude weg werd onder dikke lagen zand bedolven of afgegraven. In de beginjaren waren oud en nieuw nog in één beeld te vatten: boerderijen en arbeiderswoningen naast al bewoonde flatgebouwen, waar de Ommoordseweg doorheen kronkelde.

De weg werd steeds korter
Van de weg die ooit 3.360 meter lang was, is vandaag de dag nog maar een klein deel over, namelijk het stukje van de President Rooseveltweg (tegenover het tuincentrum) tot aan de Terbregseweg. Zo’n tien huizen met het uit 1883 stammend voormalig schoolgebouw, dat nu wordt omgebouwd tot een kleinschalig appartementencomplex. Het deel van het tuincentrum tot aan de Vlambloem ging nog maar een jaar of twee geleden op de schop bij de voorbereidingen van de nieuwe rijksweg A13/A16, waarvan de werkzaamheden voor de hoger wonende bewoners van de Binnenhoftoren inmiddels een dagelijks schouwspel zijn.

Dierbare huizen, statige boerderijen, tuinderijen, kassen en schuren gingen tegen de vlakte, het land werd omgeploegd. Hiermee verdween een weg die begon als een schamel landweggetje, maar die in negentig jaar uitgroeide tot een belangrijke verbinding voor drie generaties bewoners. Welhaast karakteristiek voor het gebeuren was de geschiedenis van boerderij de Keizershof (foto), de laatste bebouwing aan het einde van de Ommoordseweg met huisnummer 403. Gebouwd in 1875, onteigend in 1966, maar pas gesloopt in 1991.

Biggenruggen
Het tracé van de oorspronkelijke Ommoordseweg is te volgen via op diverse plaatsen liggende grote stenen (zogenaamde biggenruggen), met daarop de tekst ‘Ommoordseweg 1874-1965’, daar geplaatst door de Historische Commissie De Ommoordse Polder.

25.10.2020