“Oh, daar kan ik wel wat van maken”

De titel suggereert het al: Willy Zwart is van vele markten thuis. Je kunt het zo gek niet verzinnen of ze kan er iets mee. In de minst voor de hand liggende dingen ziet Willy een toekomstige creatie. Vandaar dat ze alles bewaart wat maar enigszins bruikbaar zou kunnen zijn.  IJzerdraad en oude onderbroeken bijvoorbeeld, daar maakt ze de mooiste dingen van, zoals de voorbeelden hieronder laten zien (diashow; klik op de pijltjes).

Willy buigt eerst het ijzerdraad in de gewenste vorm: een kat, een vogel, een figuurtje of wat dan ook. Dan knipt ze onderbroeken (oude t-shirts zijn ook geschikt, als het maar tricot is) in reepjes van 1 cm breed en die draait ze stevig om het ijzerdraad heen, net zolang tot het is zoals ze het voor zich ziet. Daarna gaat het in de textielverharder (‘in de prut’ zoals Willy het zelf noemt) en tot slot wordt het geverfd. Vrijwel alle onderdelen heeft ze wel ergens op de plank liggen. Zo komen de snorharen van de kat uit een oude borstel. Het is wel een hoop knipwerk, al die kleine reepjes, want je hebt er heel wat nodig. Maar dan heb je ook wat. Willy werkt zonder voorbeeld; ze volgt het beeld dat ze in haar hoofd heeft en kijkt dan gewoon wat het wordt.

Ook met andere materialen kan ze goed uit de voeten: lapjes en kraaltjes bijvoorbeeld. Of een pompoentje, dat ze uitholt en laat drogen en waar ze vervolgens een huisje van maakt met een poppetje erin. Ze weet er altijd weer iets moois van te maken (diashow; klik op de pijltjes).

Toen Willy net gehuwd was, kreeg ze van haar man een naaimachine cadeau. Ze had nog nooit zelf kleding gemaakt, dat was dus een uitdaging. Bij een stoffenzaak kocht ze stof en een patroon, volgde precies de uitleg en voilà: het eerste kledingstuk was daar; prima gelukt. Van het een kwam het ander en zo maakt Willy al heel lang al haar kleding zelf. Breien en haken deed ze al, het naaien kwam erbij. Truien (inmiddels zo’n 150 exemplaren), broeken en ook heel wat jassen.

Zo heeft ze jassen van batik uit Indonesië en een bontjas die ze heeft gemaakt van een plaid van Action (de zwarte jas links). Ze zijn zonder uitzondering zeer fraai en keurig afgewerkt, want Willy heeft alle benodigde apparatuur. Ze krijgt dan ook vaak complimenten. De collectie is aanzienlijk en groeit nog steeds. Want, zegt Willy: “Ik kan het niet laten. Pas heb ik weer een jas gemaakt.”

Willy stopt haar energie daarnaast in haar volkstuin in het Kralingse Bos. Daar is ze vaak te vinden. Ze mag enorm graag met haar handen in de aarde wroeten.

Tussen al die bezigheden door heeft ze ook enthousiast meegedaan aan de ‘Goedgemutste Breicampagne’, waarvan een deel van de opbrengst naar het Nationaal Ouderenfonds ging.

Willy breide voor twee goede doelen: de campagne én het Plaswijckpark. Haar dochter is hoofd van de levende have in het Plaswijckpark en ook daar hakken de coronarestricties er flink in. Toch moeten de dieren worden gevoederd en verzorgd. Een deel van de mutsjes gaat dan ook naar de winkel daar, om als eierwarmers te worden verkocht. Want alle kleine beetjes…..