Reactie op ‘Rotterdamse Sahara’

Wil Fux:

“Ik heb weer met veel interesse het artikel op onze site gelezen over de ontwikkeling van de wijk Ommoord. Leuk die opmerking over destijds huren onder de huurwaarde. Ook wij zijn in 1971 zo begonnen, in een gammele benedenwoning in de Joubertstraat, een zijstraat van het Afrikaanderplein. Maar, pas getrouwd, waren we er toch blij mee.

Wim vraagt aan de lezers wat ze van hun wijk vinden. Als Rotterdammers, opgegroeid op Zuid, was Ommoord 10 jaar geleden onze eerste woonstek op de Rechter Maasoever. We waren voor 5 jaar uitgeweken naar Almere, maar daar konden we niet aarden (eigenlijk logisch tussen al die lui uit 020). 

De Binnenhoftoren was een bewuste keuze: modern en comfortabel, alle voorzieningen binnen handbereik, geen doorgaand autoverkeer rondom het gebouw, veel groen in de directe omgeving, en erg belangrijk vonden we de metro voor de deur. 

Over de geestelijk moeder van onze wijk, stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese, niets dan lof. Deze vrouw verdient postuum een ereplaats in de geschiedenis van Rotterdam. Dat ze 60 jaar geleden de visie had om een woonwijk te ontwerpen die nu nog steeds zeer geliefd en springlevend is, en dat in een land waar de bewoners verslaafd zijn aan de eengezinswoning met tuintje voor en achter. Anders dan soortgelijke wijken in andere steden (denk aan de Bijlmer) heeft het ontwerp van Stam-Beese de tijdgeest glorieus overleefd. 

Eén van de grote pluspunten van specifiek Ommoord vind ik dat het doorgaande autoverkeer in een rechthoek om de woonbuurten geleid wordt. Je kunt binnen die rechthoek van west (bij ons) naar oost wandelen (bv naar de Hesseplaats) zonder een straat met autoverkeer te moeten kruisen. Dat is met name in ‘autostad’ Rotterdam toch heel bijzonder. 

Resumerend: die 2 emigranten uit Rotterdam-Zuid zijn zeer tevreden met hun nieuwe woonstek en het zal, indien ze ooit nog zouden willen verhuizen, heel moeilijk worden om iets kwalitatief vergelijkbaars te vinden.”